Een vrouw wordt door vier mannen over straat vervoerd in een draagkoets. Om de koets heen bevindt zich een menigte mensen, waaronder twee ruiters te paard, figuren die een olifant berijden, een gesluierde vrouw en een bedelaar. Op de achtergrond een tempel.
Bauer vervaardigde deze ets als illustratie bij het prozagedicht Akëdysséril van Villiers de l'Isle Adam, dat door Lodewijk van Deyssel naar het Nederlands vertaald werd.