De jonge Maria zit op de schoot van haar moeder Anna. Naast hen zit haar vader Joachim. Ze krijgen bezoek van twee engelen die hen bloemen brengen. In de lucht omgeven door hemelse stralen de Heilige Geest als duif, omringd door musicerende engelen. In de marge een zesregelig onderschrift, in twee kolommen, in het Latijn.