Op de voorgrond drie volgelingen van Juno, waarvan één bladeren in een mand verzameld. In de verte, in de achtergrond, Myrrha, de nimf die in een boom is veranderd, bevalt van Adonis, bijgestaan door Juno Lucino. Een fontein-nimf ontvangt Adonis, de andere nimfen kijken toe. (Ovid, Metamorphoses X, 503-514).
De tekening behoord tot die grote bravura tekeningen die Goltzius omstreeks 1600 begon te maken en naar welke hij refereerd in zijn brief uit 1605 aan de goudsmid Hans van Weely in Amsterdam. Reznicek wijst erop dat deze scéne uit de Methamorphoses zelden voorkomt in de Nederlandse kunst. In de inventaris uit 1655 van de Hertog van Arundel, een 'Nascita d'Adonis chiaro scuro de Mostard' is opgenomen.. Reznicek vraagt aandacht voor een voorstudie in krijt van de nimf die recht in de voorgrond zit, in Coburg en een studie van een boom in de F.F. Madan Collectie te Londen die gebruikt is voor de grote boom rechts. De datering is waarschijnlijk later uitgezocht; het laatste cijfer, dat zeker niet overeenkomt met het 16e eeuwse cijfer 3, zal mogelijk een 5 zijn geweest. Het is mogelijk dat deze grote tekening bedoelt was voor zijn vriend, Hans van Weely. Het is mogelijk dat Goltzius er in mei 1605 aan gewerkt heeft, zoals hij beweerd in zijn op die datum gedateerde brief, bewaard in het Rijksprenten Kabinet.