In een rommelig vertrek in een herberg gebruiken vier mannen en een vrouw een maaltijd. De drank vloeit rijkelijk en de mannen roken pijp. Een jongen helpt een klein kind met drinken uit een kruik. Op de grond liggen speelkaarten, een gebroken pijp en een lege kan. De prent maakt deel uit van een portefeuille.